Draaiende bewegingen
tegen de wind en berg in en op
ik stop voor een slok water
zonlicht schittert door het bladerdek
Voeten en benen in bestek
op brood en water, koffie en kaas
overwin ik de afstand
geniet en zie een reekalf in de ogen
het vermogen te schouwen
en te vluchten
onzichtbaar
voor vermeende vijand
geconditioneerd door generaties
angst voor de mensheid
ik ontgin de mogelijkheid
en zing een levenslied
in een dankbaar hart.