Zo spelend en bewegend
in een schroeiende zomerzon
verlangen naar water tuin
ook ik speel op deze bazuin
golfstromen uit liefdesdromen
illusies en verlopen conclusies
heer en meester over groot geld
leven langzaam uitgesteld
afgepeld, doorgezaagd, aangeklaagd
“Wie kan de aarde of haar lucht bezitten?”
we klitten aan waarden uit leegte
toch zitten we zo vast in deze herrie
de merrie met haar witte hoorn
staat in vele kinderdromen nog op
ik teken de golfstroom een droom
onbewust omhoog gereisd